Recensie

Zomergasten-recensie: Abou Jahjah

01-08-2016 01:21

Was alle ophef over het verschijnen van de Grote Verschrikkelijke Antisemitische Dyab Abou Jahjah in Zomergasten voor niks? Heeft de VPRO er goed aan gedaan deze openlijke Israël-hater zo’n prominent podium te geven? Heeft de VPRO zich, in de hoop op hoge kijkcijfers, laten misbruiken door de activistische propaganda van een Hezbollah-fan?

Dat hangt er maar vanaf hoe je naar deze eerste Zomergasten-aflevering van dit seizoen hebt gekeken. Wie de propaganda en radicale toon van Dyab Abou Jahjah wilde horen, en zien, hoefde weinig moeite te doen: die was er zeker. Jahjah deed gerust uitspraken als “Israël pleegde genocide en doet aan etnische zuiveringen”, “Zionisme is een racistische ideologie”, “Ik zou alleen met Israëli’s kunnen samenwerken als ze afstand nemen van hun misdaden”, en meer van zulks (veel meer).

Zionismehaat

Zelfs met de bommen leggende Algerijnse terrorist uit zijn keuzefilm (La battaglia di Algeri) die een café vol onschuldigen opblaast, zei hij zich moeiteloos te kunnen identificeren: “Dat zijn vrijheidsstrijders voor rechtvaardigheid”.
En het gaat, aldus Jahjah, écht niet om jodenhaat, maar om zionismehaat. En zionismehaat, zo moet de Joodse kijker die zijn kind naar de door de Koninklijke Marechaussee zwaar bewapende Joodse school brengt maar denken, is juist “een nuancering in het debat” want “zionisme is een ideologie, Jood zijn niet.”
Snapt u wel?

Trouwens, Jahjah is een activist die “gelooft in democratie en mensenrechten” en Brussel een soort geslaagde toren van Babel vindt “omdat daar niemand in de meerderheid is dus niemand de macht heeft, maar mensen die weggaan uit Brussel zijn de nare mensen, de racisten”.

Dus nee, de toon van het Abou Jahjah-debat kan niemand zijn ontgaan.

Nooit teveel ruimte

Maar…

Niemand kan zeggen dat aan Jahjah ‘teveel ruimte werd geboden’, dat hij zijn ideologische handelswaar in de etalage van de treurbuis mocht uitstallen zonder dat hem een strobreed in de weg werd gelegd en hij zijn woorden als onbeperkte ethervulling uit zijn mond kon laten stromen. Was het format van Zomergasten ooit ‘de gast krijgt alle ruimte’, dan is dat format bij dezen vakkundig afgeslacht door Zomergasten-presentator Thomas Erdbrink.

Erdbrink (jong, hipsterkapseltje, drie-dagen-baard), die doet denken aan zijn VPRO-collega’s Teun van de Keuken en Jelle Brandt Corstius (ze hebben ongetwijfeld alle drie op hetzelfde gymnasium gezeten), was duidelijk niet bereid zijn zo controversiële Zomergast ‘alle ruimte te geven’. Nee meneer! Erdbrink is er eentje van het type: “Jij bent hier de gast en ik ben hier de interviewer en denk nou niet dat ik me niet heb ingelezen en jou hier zonder een spiegeltje of, pak hem beet, zevenenzeventig voor te houden weer laat gaan, pik.”

Zionistenpijper

Zo kwam het dat de Zomergasten-presentator de Zomergast zijn eigen ranzige tweets onder de neus wreef. En zo kwam het dat een Zomergasten-presentator, wellicht voor het eerst in het lange bestaan van Zomergasten, zichtbaar geïrriteerd raakte over het onophoudelijke gedraai van een gast die, als het er op aankomt, nog gladder is dan een politicus in een bak snot en zijn januskop van de harde ideologisch gedreven activist in een oogwenk draait naar het gezicht van de redelijke, milde, goedlachse, keurige en erudiete charmante Vlaming die zich uitsluitend diplomatiek wenst uit te drukken.

Dat gedraai was voor Erdbrink nog maar net acceptabel bij het glibberige verantwoorden voor wat tweets (“Ik bedoelde het natuurlijk allemaal niet letterlijk van dat zionistenpijper maar wilde de hypocrisie aankaarten”) maar bij de omtrekkende bewegingen om de verantwoording van haat tegen Joden, die deze Zomergast wel degelijk aanwakkert bij beïnvloedbare jongeren wanneer hij ‘Israël’ en ‘zionisten’ stelselmatig als de grote vijand van zowat alles wegzet, te ontlopen werd het Erdbrink even te veel. Die kent namelijk ook Joodse mensen waar zorgen leven. En, veel belangrijker, Erdbrink is ten opzichte van Abou Jahjah een stem van louter ratio en redelijkheid, zonder ideologie of het dogma van de activist.

Kritisch

Erdbrink, met de ergernis als een droge echo achter in zijn keel, tegen zijn Zomergast: “Ja, we hebben natuurlijk allemaal onze eigen waarheid, en ik vind heel wat anders dan jij. Maar ja, wie ben ik?”
En nadat hij weer een ontwijkend antwoord kreeg dat overal op inging behalve op de kern van de zaak: “Nou. Nou ja.” (Boodschap: ‘Laten we er maar over ophouden.’)

Gelukkig hield Erdbrink niet op. Want Erdbrink had toevallig ook nog wel een boek liggen met daarin een citaat van Jahjah zelf die beschrijft hoe blij hij was toen op 11 september 2001 vliegtuigen de Twin Towers en het Pentagon invlogen. En ook had Erdbrink toevallig alle opiniestukken van en interviews met Jahjah gelezen. Er was nooit te weinig tijd om nog even een extra kritische vraag te stellen.

Zegen en noodzaak

Of de alertheid en de scherpte van Erdbrink die als een havik bovenop zijn Zomergast zat goede eigenschappen zijn voor een Zomergasten-presentator weet ik niet. Als je een programma maakt waarvan het concept is dat de gast ‘veel ruimte’ moet krijgen en zijn ‘eigen ideale zomeravond mag samenstellen’ waarschijnlijk niet. Maar voor een gast als Dyab Abou Jahjah (“Antisemitisme begon ook heel klein maar het evolueerde, islamofobie maakt nu dezelfde evolutie door als destijds antisemitisme dus islamofobie is antisemitisme 2.0”) is het een zegen.

En een noodzaak wanneer je het risico neemt zo’n controversiële gast uit te nodigen.