Media & TV

In mediaquotes: Arie Boomsma

03-03-2015 11:57

Arie Boomsma presenteert dinsdagavond samen met Jan Versteegh een speciale thema-avond over cyberpesten. Boomsma is zo iemand die veel meningen oproept (toevallig gaat het ook over reaguurders die losgaan op BN’ers), maar je kan ook zijn stokpaardjes, zijn lichaam en zijn populariteit even vergeten. Daarna zoek je naar Over de Streep en dan check je de interviews van Arie met jongeren die ergens een deukje onderweg opliepen. Nou ja, daarom: wat vindt Arie Boomsma eigenlijk?    

 

…van vrouwen:

“Onenightstands heb ik geprobeerd, maar het is niets voor mij. Ik werd er erg onrustig van. Zodra er seks in het spel is, raak ik toch een beetje gehecht. Veel vrienden van mij kunnen met iemand naar bed gaan en dan niets meer laten horen. Ik kan dat niet, wil toch altijd even contact houden. Ik voel me beter bij kortstondige, impulsieve relaties. En dan maak ik vanaf het begin wel meteen duidelijk dat ik niet op zoek ben naar iets vasts. Ik vind het belangrijk daar eerlijk in te zijn. Maar ik shuffle dus ook, inderdaad.”

 

..van zijn eerste relatie:

“Mijn eerste relatie duurde veertien jaar, en zij was voor mij de eerste en enige. Nooit heb ik de behoefte gevoeld om vreemd te gaan, ondanks dat ik altijd veel aandacht kreeg. Maar nadat het met haar uitging, nu vier jaar geleden, merkte ik dat ik mezelf wel erg veel druk oplegde om datzelfde gevoel na te willen streven. Bij elke date dacht ik na een halfuur al: waar gaat dit heen? Is zij het voor mij? Dat werkte niet. Ik moest echt leren losser te worden, in het moment te leven. Als ik interviews met mezelf teruglees, zie ik mezelf daarin langzaam verschuiven. Ik ben op een andere manier naar relaties gaan kijken. Het ideaal is voor mij nog steeds om monogaam met een vrouw mijn leven te delen. Ik geloof totaal niet in open relaties. Maar ik twijfel inmiddels wel over de ideale vorm van een relatie.”


Viva, 2014

 

…van De Roze Wildernis:

“Ik denk oprecht dat ik met zo’n programma iets ga bereiken. Het is de romanticus en idealist in mij. Ik ben wel eens gevraagd om de politiek in te gaan. En nee, ik zeg niet door welke partijen. Maar ik twijfelde geen moment. Niets voor mij. Televisie zie ik als een goed middel om iets te bereiken. Mijn vader is dominee en legt iets uit van achter zijn kansel. Ook dat zou ik zelf niet doen. Ik wil iets laten zien waarna het aan de kijker is daar iets van te vinden.”

…van zijn taak als moraalridder:

“Er zijn genoeg mensen die zeggen: Jij altijd met je belangrijke thema’s! Natuurlijk doet me dat iets. Maar tegelijk komt er een sterke drang in me los. Wat nou moraalridder! Dit is mijn taak als optimist. Cynisme is er al voldoende. Ik heb soms periodes die neigen naar zwaarmoedigheid. Als ik zie hoe mensen elkaar kunnen behandelen, het gemak waarmee ze elkaar wegzetten. Dan ga ik lekker een paar dagen binnen zitten somberen en zet ik een cd met klassieke muziek op. Of iets van Nick Cave.”

 

AD, 2014

 

…van zijn talent:

“In deze periode van mijn leven vooral empathie. Ik kan me goed voorstellen waarom mensen doen wat ze doen. Empathie heeft overigens niets met emotionaliteit te maken, vooral met rationaliteit. Ik vind dat er tegelijk een groot nadeel aan mijn empathie kleeft: ik relativeer altijd, terwijl ik ook wel eens echt verontwaardigd of beledigd zou willen zijn. Ook discipline en doorzettingsvermogen zijn mijn talent. Daardoor ben ik in staat tegelijk aan meerdere programma’s te werken en te schrijven. Het betekent wel dat ik in drukke perioden maandenlang geen afspraken maak met vrienden of naar etentjes ga.”

 

…van zijn grootste mislukking:

“Toen ik door de EO geschorst werd vanwege die fotoreportage in L’Homo. Ik ben alle afdelingen langsgegaan om medewerkers te vertellen dat hun programma’s werden uitgesteld, omdat ík geschorst werd. Sommigen omarmden me, anderen waren boos op me. Ik heb een aantal keren staan huilen. Na ruim twee maanden mocht ik weer terugkomen, maar toen de EO-directie vervolgens besloot mijn nieuwe programma niet uit te zenden, ben ik opgestapt en naar de KRO gegaan.”

Intermediair, 2010
…van God:

“Toen ik nog in Amerika studeerde, op een college in Indiana, in de Midwest – een heel Republikeins en conservatief gebied – had ik een vriend die seropositief was. Men keek naar hem alsof ie afval was. Met een groepje vrienden hebben we toen een debat over homoseksualiteit georganiseerd. Ik schaam me als christen al heel lang voor mensen die in de naam van dezelfde God in wie ook ik geloof, hel en verdoemenis over homoseksualiteit preken. Vanaf de tijd dat ik werk in de media, heb ik gezocht naar een manier om dit aan de orde te stellen. Ik probeerde er bij de EO bepaalde programma’s door te krijgen. Niet gelukt. Toen ik werd gevraagd om in L’Homo te poseren ben ik meteen akkoord gegaan. Op één voorwaarde: dat er bij de foto’s een tekst geplaatst zou worden waarin ik kon uitleggen waarom ik aan die fotoshoot meewerkte. Dat ik geloof dat God van alle mensen houdt en dus ook van homo’s.”

…van ondergoed en perfectie:

“Nadat ik in L’Homo had gestaan, kreeg ik veel verzoeken voor herenondergoed. Met sommige reclamecampagnes waren forse bedragen gemoeid. Ik heb wel eens in dubio gestaan, maar ben er toch niet op ingegaan. Ik wil alleen campagnes doen voor merken die bij me passen. Nu ben ik in Hilversum in de bevoorrechte positie dat ik veel zelf kan creëren, ik mag mijn eigen thema’s kiezen. Maar natuurlijk denk ik wel eens na over de dag dat dat niet meer zo zou zijn. Veel schrik voor de toekomst heb ik nu nog niet. Voor zover ik die al heb, gebruik ik hem als motivatie voor mijn werk. Ik wil de onrust wakker houden, in beweging blijven. Geen genoegen nemen met de situatie, mezelf steeds weer poneren om te zeggen: ik ben er. Doorgaan! Meer! Groter! Beter! Die drang heb ik zeker in me.”

 

VolZin, 2011